Klein bedrag? Contant mag!
“Klein bedrag? Pinnen mag!”, “Pinnen? Ja graag!”. Waar komt toch die uitnodigende instelling vandaan als het om pinnen gaat? Het klinkt sympathiek, de consument wordt te hulp geschoten door deze extra betaalmogelijkheid. Maar is het alleen dat? De campagnes komen uit de koker van Betaalvereniging Nederland. Dat is de overkoepelende organisatie van banken, betaalinstellingen en elektronisch geld instellingen. Die organisaties staan nu niet direct bekend om hun klantgerichte instelling. De vraag komt dan op wat nu eigenlijk de kostprijs van pinnen is en wat de voor- en nadelen zijn.
Door Arie Pijp (Spark)
Steeds meer gemeenten introduceren de pinterminal in hun parkeerautomaten op straat. Achterliggend idee is dat dit modern is, aansluit bij de wens van de consument, een extra betaalmogelijkheid biedt en voordelig is. Sommige gemeenten zijn zelfs compleet overgegaan op enkel kaartbetalingen. Dit roept een tweetal vragen op:
- Wat zijn de werkelijke kosten van pinnen?
- Wat zijn de voor- en nadelen van alleen kaartbetalingen op parkeerautomaten?
Wat zijn de werkelijke kosten van pinnen?
Pinnen is hot. Niet meer weg te denken in de huidige samenleving. Al onze aankopen kunnen we pinnen, zelfs ons parkeerbonnetje pinnen we. Duidelijk – uit gebruikscijfers – is dat een pinterminal in een parkeerautomaat aansluit bij de wens van de klant. Maar wat kost dat pinnen nu eigenlijk? Allereerst; voor de consument zijn de pinkosten minimaal en zitten deze vooral in de kosten van het afgenomen bankpakket. Voor de ondernemer die pinbetalingen accepteert zijn de kosten echter wel significant. We zullen proberen de kosten inzichtelijk te maken en deze van een aantal banken naast elkaar te zetten.
De kosten van pinbetalingen bestaan uit een aantal componenten. Allereerst de kosten van een bankrekening, bestaande uit de jaarlijkse kosten voor het aanhouden van een bankrekening en de kosten die de bank rekent voor het bijschrijven van een banktransactie op de rekening. Daarnaast zijn er de kosten voor het hebben van een pinterminal. De kosten van de pinterminal zelf zijn buiten beschouwing gelaten, net als de datacommunicatiekosten, maar onder de kosten voor het hebben van een pinterminal vallen wel de abonnementskosten van de bank en het verplichte onderhoudscontract voor een pinterminal. Ten slotte zijn er nog de transactiekosten. Vaak bieden banken pinbundels aan voor een bepaald vast bedrag en een tarief voor transacties die boven de pinbundel uitkomen. Sommige banken werken niet met pinbundels, zij hebben alleen een vast bedrag per pintransactie, ongeacht de hoeveelheid transacties. Dit is het overzicht van de maandelijkse kosten in de vergelijking:
Bij de verdere vergelijking is voor de ABN Amro bank en de Bank Nederlandse Gemeenten een bundel gebruikt die bestaat uit het aantal transacties vermenigvuldigd met de ‘buiten bundel’ prijs. BNG werkt alleen met een tarief per transactie, niet met bundels. ABN Amro heeft wel bundels, maar dit zijn veelal gecombineerde producten.
Aandachtspunt bij pinbetalingen is de bijschrijvingskosten. Die zijn relatief hoog. Dit bedrag (10 tot 15 cent) betaal je voor het bijschrijven van een overboeking op de bankrekening.
Let dus goed op dat bij het koppelen van een pinterminal aan een bankrekening er bij de geldverwerker (de processor, bijvoorbeeld Equens) wordt ingesteld dat niet elke transactie individueel wordt verwerkt, maar dat de pinbetalingen bijvoorbeeld tweewekelijks worden verwerkt, zodat er maar één keer per twee weken een bijschrijving van betreffende pinterminal wordt uitgevoerd.
Om nu de werkelijke transactiekosten te kunnen berekenen zijn we uitgegaan van een gemeente met 20 parkeerautomaten voorzien van een pinterminal. We gaan er vanuit dat de volledige pinbundel gebruikt wordt en er geen transacties buiten de bundel worden uitgevoerd. Ook wordt één keer per twee weken het geld van de transacties gestort op de bankrekening van de gemeente. Hieronder is weergegeven wat dan de transactiekosten zijn bij de vergeleken banken, uitgesplitst naar pinbundels:
Een pintransactie kost dus feitelijk tussen de 4 cent en 13 cent per transactie, afhankelijk van de grootte van de pinbundel. Gaan we uit van een pinbedrag van € 1,- dan is dit dus 4 – 13% geldverwerkingskosten. De verwerkingskosten van contant geld bedragen ongeveer 1 – 5% van de omzet, afhankelijk van de omvang van het areaal en de ledigingsfrequentie. Gaan we uit van 5% voor de verwerking van contant geld, dan zien we dat bij kleine bedragen pinnen duurder is dan contant geld. Zijn de bedragen die betaald worden laag, dan is het alleen al uit kostenoogpunt aan te raden om contant geld te blijven accepteren.
Bij gebruik van pinbundels is monitoring op het gebruik belangrijk.
Welke bundel past bij welke automaat en wanneer moet de bundel groter of – vooral – kleiner worden? Dit heeft impact op het uiteindelijke transactietarief. Wordt er veel minder gepind dan de bundelgrootte, dan betaal je feitelijk voor niets. Wordt er meer gepind dan de bundelgrootte dan is dit vaak minder erg, omdat het buiten bundel tarief bij de meeste banken lager is dan of gelijk is aan het all-in transactietarief van de bundels, zoals uit de eerder weergegeven overzichten blijkt.
Wat zijn de voor- en nadelen van alleen kaartbetalingen op parkeerautomaten?
Tot zover een pleidooi om ook contant geld te accepteren bij kleine bedragen. Maar wat nu als het uurtarief voor parkeren boven de – zeg – € 2,50 per uur komt en de gemiddelde parkeerduur is anderhalf tot twee uur? De meeste parkeerders – Duitsers daargelaten – hebben niet meer zoveel muntgeld op zak. Dan wordt het interessant om alleen nog maar kaartbetalingen toe te staan op parkeerautomaten. De voordelen zijn helder: geen gedoe met muntjes, minder pogingen tot diefstal bij de automaten met alle bijkomende schade en de verwerkingskosten zijn bij hogere bedragen procentueel lager dan de verwerkingskosten van muntgeld. Er zijn echter ook nadelen die meegewogen moeten worden.
Allereerst is er de kwetsbaarheid van de datacommunicatie. Voor een kaartbetaling is er altijd datacommunicatie nodig. Als dit niet werkt om wat voor reden dan ook, dan kan de parkeerder niet aan zijn belastingplicht voldoen, waardoor het feitelijk gratis parkeren wordt in die gevallen dat er alleen maar met kaart betaald kan worden.
Ten tweede speelt bij kaartbetaling een privacy issue. Een kaartbetaling is niet anoniem. De betaling wordt door de bank geregistreerd en ook door de kassa/pinterminal waar betaald wordt. Een pinbetaling is daarmee nooit geheel anoniem. Op dit moment is er ook nog geen oplossing in de markt die anoniem pinnen mogelijk maakt. Tot die oplossing er wel is en beschikbaar is voor iedereen, is het feitelijk wachten op jurisprudentie over de privacy issues rond pinbetalingen bij parkeerautomaten. Privacy First heeft in haar rechtszaken geprobeerd om de rechter hier een uitspraak over te laten doen (zie de verschillende rechtszaken hierover), maar tot nu toe is de rechter niet ingegaan op het privacy aspect van pinbetalingen. Nederland is, samen met de Scandinavische landen, ver met het uitbannen van contant geld. Maar ook in andere Europese landen is een tendens waar te nemen om het gebruik van contant geld te ontmoedigen. Tenslotte levert giraal geld meer controlemogelijkheid op; het voorkomt een bankrun – zoals Griekenland die recent nog kende – bij economische problemen of het maakt het instellen van negatieve rentes op banksaldi mogelijk en het zou een middel in de strijd tegen criminaliteit zijn. De grote vraag is echter of een rechter of volksvertegenwoordiging uiteindelijk deze argumenten zwaarder zal laten wegen dan het recht op privacy van de burgers. Als dat niet zo is, dan zou het wel eens verplicht kunnen worden om contant geld te blijven accepteren, ook bij fiscaal betaald parkeren.
Als laatste nadeel moet ‘tijd’ genoemd worden. Wierp een parkeerder voorheen muntgeld in de parkeerautomaat en drukte hij op de knop voor een ticket, bij kaartbetalingen moet de parkeerder eerst instellen hoeveel hij wil betalen om vervolgens een kaarttransactie te doorlopen. Met de mogelijkheid tot NFC-betaling (sinds 1 januari 2016 is tap&go verplicht bij nieuwe betaalterminals) wordt die tijdsfactor wel iets kleiner, maar blijft het aantal handelingen op een vaak niet gebruikersvriendelijke automaat hoger dan bij contante betalingen. Monitor dit en plaats eventueel een extra automaat op de drukke locaties om wachtrijen te voorkomen.
Conclusies
- De werkelijke kosten van pinnen zijn hoger dan de prijs van de pinbundels gedeeld door het aantal transacties.
- Zorg ervoor dat pintransacties niet individueel op de bankrekening worden bijgeschreven, omdat dit tot hoge bankkosten leidt.
- Pinnen voor kleine bedragen is voor de ontvangende partij duurder dan contant geld accepteren. Maak dus een afweging wanneer een pinterminal nodig is en wanneer de acceptatie van contant geld helemaal uitgebannen wordt.
- Monitor het pingedrag in relatie tot de omvang van de pinbundel, werk liever niet met te grote pinbundels.
- Houd er rekening mee dat de rechter wel eens kan bepalen dat contant geld niet geweigerd mag worden.
- Houd er – met name op drukke locaties – rekening mee dat pintransacties meer tijd vergen dan contante betalingen.
Overall zou ik zeggen: “Klein bedrag? Contant mag!”