Kennis over Parkeren

Door Prof. Jos van Ommeren

Kennis is macht is het credo van Bacon, al geformuleerd in de 16e eeuw. Kennis over parkeren is echter zeer beperkt, ook bij de overheid. Dit is zorgwekkend want de overheid is zeer actief op het terrein van parkeren. De overheid heeft controle over de openbare ruimte en biedt grote delen van de openbare ruimte voor exclusief gebruik aan autobezitters. Het is belangrijk dat parkeerbeleid zorgt dat we goed met ruimte en middelen omgaan.

Een positieve ontwikkeling is dat steeds meer organisaties gegevens over parkeren voor wetenschappelijk onderzoek ter beschikking stellen. Wetenschappers kunnen dan algemene kennis over parkeren genereren en ontsluiten. Op deze manier kan voor iedereen, kiezers en politieke partijen, een afwegingskader voor het samenstellen van parkeerbeleid gemaakt worden. Want één ding is nu duidelijk, over parkeerbeleid zijn we het vaak niet met elkaar eens. Aan de VU doen we onderzoek naar parkeren. Wat hebben wij van eerdere onderzoeken geleerd?

Het is belangrijk om efficiënt met (parkeer)ruimte om te gaan. Ruimte is duur. Het gelijktijdig willen gebruiken van parkeerplaatsen is een probleem. Hoe kan dit goed worden opgelost? Uit onderzoek bij Bronovo, een ziekenhuis in Den Haag, blijkt dat het mogelijk is om de ziekenhuis uitgaven aan parkeren te verminderen door op piekdagen werknemers te laten betalen voor parkeren. Door slechts één euro per dag te vragen voor parkeren aan werknemers, kan het aantal parkeerplaatsen al met 2% verminderd worden.

Een heikel punt is hoe de lokale overheid omgaat met commerciële garage exploitanten. Enerzijds lijkt parkeren geen kerntaak van de overheid, maar de andere kant van de medaille is dat marktpartijen waarschijnlijk meer parkeerkennis hebben en een monopoliepositie kunnen innemen. Dit kan leiden tot hogere prijzen voor parkeren dan wenselijk is. Kennis is dan inderdaad macht.

Parkeerbeleid is per definitie lokaal. De meeste steden in Nederland hebben bijvoorbeeld een historische kern waar bewoners en bedrijven graag vertoeven. Denk maar aan het gebied rondom de Dom in Utrecht en het Vrijthof in Maastricht. Deze historische kernen zijn mooi en gezellig, maar niet bedoeld om grote hoeveelheden bezoekers met auto’s aan te trekken.

Een afwijkende stad is Almere. Deze stad is gepland met de auto in gedachte en heeft één van de grootste winkelcentra van Nederland. De stad is functioneel: er is veel groen en ruimte. De gemeente Almere bepaalt de tarieven voor op straat en bij de negen parkeergarages in en nabij het winkelcentrum. Een gebrek aan parkeerruimte is er momenteel niet (een uitzondering is zaterdagmiddag). Het totale aanbod van parkeerruimte in deze kern overtreft in het algemeen de vraag bij de huidige prijzen. Anno 2012 kost het parkeren op straat € 2,40 per uur en in de garage € 1,88 per uur. Dit bevordert het garagegebruik. Dit is vooral van belang in de zones waar garages door hun ligging gemiddeld genomen minder aantrekkelijk zijn voor potentiële parkeerders. Het totale prijsverschil loopt op naarmate men langer parkeert.

De consequenties van deze verschillen in tarieven tussen straat- en garageparkeren zijn uitgezocht door Martijn Kobus samen met Eva Gutiérrez , Piet Rietveld en mijzelf. De informatie voor Almere is beschikbaar via Smartpark, ontwikkeld door adviesbureau Spark, gespecialiseerd in parkeren. Het blijkt dat bezoekers zeer gevoelig zijn voor de verschillen in de tarieven. Het blijkt echter ook dat bezoekers liever op straat parkeren. Het beleid van de gemeente Almere leidt ertoe dat bij kortere duren, men vooral parkeert op straat, maar bij langere duren vooral in de garage.

In het onderzochte gebied is er een 75% kans dat een bezoeker op straat parkeert in het hypothetische geval dat de prijzen voor straat- en garageparkeren hetzelfde zouden zijn. In de huidige situatie is straatparkeren duurder, dus is het aantrekkelijker om in de garage te parkeren als men langer parkeert. Bijvoorbeeld, bij een duur van 5 min parkeert 75 % op straat, bij 40 min is dit nog maar 50%. Bij een duur van bijna 2 uur kiest vrijwel iedereen voor de garage. Economen zullen vinden dat dit een efficiënte economische oplossing is, omdat de meest aantrekkelijke parkeerplaatsen, in de buurt van winkels, gebruikt worden door mensen die relatief kort willen parkeren zodat er gemiddeld genomen minder gelopen wordt naar de winkels. Stel nu dat de gemeente Almere ertoe besluit om straatparkeren goedkoper te maken dan in de garage. Dit is puur hypothetisch, maar leidt er direct toe dat de langparkeerders vooral op straat gaan staan. Dat is geen efficiënt gebruik van ruimte want het betekent dat de kortparkeerders in de garage moeten gaan staan en verder moeten lopen naar de winkels.

Kennis over Almere is ook nuttig voor andere steden. Het goede nieuws is dat in de meeste gebieden de prijs op straat inderdaad iets hoger is dan in de garages. Dit is niet altijd zo. Dit kan ermee te maken hebben dat garages op aantrekkelijkere locaties liggen dan de parkeerplaats op straat. Als dit niet zo is, is het mogelijk dat de exploitant marktmacht heeft, of dat de lokale overheid een te laag bedrag vraagt voor parkeren. In beide situaties zal de gemeente goed moeten gaan nadenken of het beleid met betrekking tot parkeren niet verbeterd kan worden.